© 2024 Tekst en muziek: Ad Grooten
Een nummer uit het theaterprogramma EEN IERSE AVOND MET MANNEN VAN NAAM.
We waren in het prachtige Ierland
We spraken de mensen, we proefden de sfeer
Van de soms best sobere toestand
Maar de Ier legt het bijl
Want al is de rijkdom oneerlijk verdeeld
Hij klaagt niet, hij pakt zijn viool en hij speelt
Een reel of een jig of een hornpipe
En altijd weer klinkt er een weemoedig lied
Zo mooi dat ‘t je recht in de ziel raakt
Het patent van dit eiland: het gezongen verdriet
En de hele pub die zingt het refrein
We beseffen hoe rijk al die Ieren wel zijn!
Als we spelen en zingen en drinken
Met de gordijnen dicht
En alle snaren en glazen die klinken
Zij maken het leven licht
Op een avond in een kroegje in Wexford
Loopt het volk tezamen en ook zo loopt de tap
Eén man die zijn hart bij ons uitstort
Een traan op z’n wang, komt-ie toch met een grap
En opeens klinkt daar dan een eerste akkoord
En een vrolijke deun gooit de pijn overboord!
Refrein
Old Alister bracht z’n tinwhistle
Hij speelt nog maar pas, maarhier krijgt-ie een kans
En Norah zingt vals, maar wat is ze
Toch blij dat iedereen meeklapt en danst
En ook wij jammen (spelen) mee, hier is eenieder gelijk
Ik zong het al eerder: de Ieren zijn rijk!
Refrein