Diversen

BIOGRAFIE

Inspiratie

Al in mijn vroege jeugd was ik
behept met een prettige
aandoening die je scheppingsdrang 
zou kunnen noemen. Als kind
tekende en schreef ik boeken vol
en toen ik op mijn vijftiende het
gitaarspelen ontdekte, dankzij
mijn gitaarspelende broer Henk,
ontstonden al gauw de eerste
eigen liedjes. Ik speelde de eerste
jaren bas in rockbands als Kilroy,
maar bekwaamde me ook al snel
in het bespelen van diverse
folkinstrumenten, zoals fluit,
mandoline en banjo.
Met o.a. Wilbert van Duinhoven
(met wie ik later Pater Moeskroen
en Mannen van Naam oprichtte)
hadden we een redelijk succesvolle folkgroep die Pardoes heette. Toen
ik ging studeren in Amersfoort bleef
ik de folkmuziek trouw in groepen
als Wild Briar, Ongehoord Goed en Syndrone. En ook Pater Moeskroen
werd in Amersfoort opgericht.

Ik houd nog steeds van veel
uiteenlopende muziekstijlen.
Van grote invloedop mijn latere
composities is vooral de
(Keltische) folkbeweging van de
jaren ’70 en ’80 (met Silly Wizard,
The Tannahill Weavers, Planxty,
Robin Williamson, The Pogues,
Gerard van Maasakkers en de
Veulpoepers als belangrijke
namen), al mogen Americana-
voorlopers als Bob Dylan, Crosby,
Stills, Nash and Young, Joni
Mitchell en Paul Simon niet
onvermeld blijven.

Aanvankelijk schreef ik
Engelstalige teksten, maar mijn
voorliefde voor de Nederlandse
taal nam al vrij snel de overhand,
met belangrijke inspiratie-
bronnen als Annie M.G. Schmidt,
Drs. P, Bram Vermeulen, Huub
van der Lubbe en een heleboel
anderen.
De absurde humor van Monty
Python en Drs. P, en veel
stripverhalen zoals die van
Kamagurka, vormden de basis
voor de vele humoristische
liedjes die ik maakte voor Pater
Moeskroen. In 2008 pakte ik mijn
oude liefde weer op: het schrijven
‘pur sang’, toen ik de kans kreeg
onder andere de sprookjes-
boeken van de Efteling te
schrijven.

Foto: Nol Havens

Opleiding

Ik ben hoofdzakelijk autodidact. Ontwikkelde me muzikaal vooral in de breedte; leerde veel verschillende muziekstijlen en instrumenten beheersen en kreeg mijn eerste muzieklessen pas op Middeloo (nu onderdeel van Hogeschool Midden-Nederland) alwaar ik in 1987 afstudeerde als muziektherapeut. Daarna ging ik naar het conservatorium in Rotterdam, maar dat maakte ik niet af omdat ik werk vond als muziektherapeut. Dat vak heb ik precies drie jaar lang uitgeoefend voor ik in 1992 fulltime prof-muzikant werd. Dat heb ik meer dan 25 jaar volgehouden en nu werk ik weer met veel plezier twee dagen in de week met verstandelijk beperkten bij ASVZ.

Ik beschouw de gitaar nog steeds als mijn hoofdinstrument, maar het gebruik van diverse snaarinstrumenten als mandoline, tenorbanjo, bouzouki en ukelele werden meer en meer mijn handelsmerk. Ook speel ik graag op allerhande fluiten, zoals Ierse whistles, en bespeel ik verschillende typen doedelzak.

Werk

Mijn muzikale carrière kwam goed van de grond toen ik eind jaren tachtig, samen met mijn studiegenoten, in Amersfoort de band Pater Moeskroen oprichtte. We introduceerden een compleet nieuwe manier van optreden in Nederland, waarbij de knotsgekke lol op het podium en de absurde humoristische teksten samengingen met opzwepende Nederlandstalige folkmuziek. De groep kreeg vele navolgers, artiesten en bands lieten zich inspireren door onze nonconventionele manier van muziek maken en feestelijke presentatie. Behalve dat ik een van de muzikanten in Pater Moeskroen was, ontwikkelde ik me vooral als componist, tekstdichter en producer. Na meer dan 26 jaar trouwe dienst, in 2012, nam ik afscheid van mijn patervrienden. Niet omdat ik er geen lol meer in had, maar er kwamen zoveel andere mooie dingen op mijn pad… het was een moeilijke beslissing.
Een van mijn meest succesvolle projecten was het opzetten van de kinderband Cowboy Billie Boem, samen met Bart Pullens in 1996. Marcel Sophie, later Ton Smulders, nog later Bart Swerts en uiteindelijk Peer de Graaf namen mijn plaats in op het podium, omdat ik ervoor koos me meer op het schrijven toe te leggen. Als ‘man achter de schermen’ blijf ik tot op heden nauw betrokken bij Cowboy Billie Boem.

In 2008 kreeg ik de kans om samen met Gerrie van Dongen het Sprookjesboek van de Efteling te schrijven. Het werd een ongekende bestseller en mijn carrière als schrijver, dus zonder dat mijn componeer-kwaliteiten nodig waren, kwam van de grond. Mijn betrokkenheid bij de Efteling (behalve drie sprookjesboeken schreef ik Sprookjesboom de Musical, het concept voor een tv-serie en nog veel meer), leverde als ‘bijvangst’ opdrachten op voor andere attractieparken, zoals Toverland. Andere wapenfeiten zijn mijn werk voor Rep & Roer (groep 8-musicals), Kids For Animals en de cd Peuters In Beweging, die ik maakte in opdracht van Stichting Le Bon Départ.
Ook schreef ik voor Kinderen Voor Kinderen, voor Edukans, voor Samsam, voor uitgeverij
Zwijsen,  voor stichting Duurzame Energie, voor zorgverzekeraar CZ, voor Toedeledokie, voor de Jan van Brusselband en teksten voor kinder-cd’s bij ‘Luister een boek’.

In 2007 bracht ik een solo-cd uit, ‘Eilandskind’ genaamd. Een concept-album dat refereert aan mijn eerste levensjaren op Curaçao en waarop een keur aan gastzangers meedoet, waaronder Henk Hofstede, Gerard van Maasakkers en JW Roy.
In 2015 kwam het boek De sprookjeskoningin uit, bij Ploegsma. Samen met Ruth Bakker maakte ik de gelijknamige voorstelling. Verder speel ik bij Paul van Loon en Andere Snuiters en met mijn eigen groep Mannen van Naam. Heel soms sta ik op het podium met mijn muzikale helden van vroeger, de Veulpoepers. Ook met Best Of Ireland mag ik af en toe een tourneetje doen en maak ik, samen met Wilbert van Duinhoven, muziek bij de theatercolleges van Prof. Dr. Bernard Schols.
Momenteel richt mijn aandacht zich vooral op het project ELLEN van de nieuwe groep AD GROOTEN & DE GROTE BROERS (boek, album, theatertour).