© 2010 Tekst: Ad Grooten / Muziek: Traditioneel/Ad Grooten
Van het album ‘Pater Moeskroen en de Kelten’ (2011)
O, de avond valt en de volle maan
Kleurt traag van wit naar geel
Een visser vaart het zeegat uit
En weemoed is mijn deel
‘t Was hier op deze oude pier
Die allereerste zoen
Al een kwarteeuw terug, wat gaat het vlug
En het wordt nooit meer als toen
Je staat me nog helder voor de geest
Hoe is het jou vergaan?
Woon je fijn? Een dorp, een stad?
Een man, een kind, een baan?
Ach, ik weet het lief, het lag aan mij
Ik raakte mezelf kwijt
En daarmee ook jou en onze droom
Vervlogen in de tijd
Al die tijd, verloren tijd
Verkeerde afslag, alles kwijt
En wat nog rest is spijt
Het leven gaat zoals het gaat
Er is geen weg terug
Wat heeft me toentertijd bezield?
‘k Was eigenwijs en stug
Ik maakte plannen zonder jou
Er kwam niets van terecht
En later wou ik jou weer zien
Maar ik durfde niet echt
Al die tijd, verloren tijd
Verkeerde afslag, alles kwijt
En wat nog rest is spijt
Ik loop de pier op tot het eind
En staar naar de donkere zee
O, kon ik hier voor eeuwig staan
Ik zei beslist geen nee
De lichtjes op de horizon
Ze dansen nog net als toen
En met weemoed denk ik weer terug
Aan die allereerste zoen