© 2006 Tekst en muziek: Ad Grooten en Roel Jongenelen

Geschreven voor de Bamboeclub van Jetix en het Wereldnatuurfonds
Gezongen door Jelle Amersfoort op de CD ‘Pipapanda’s Wilde Dierenliedjes’ (2007)

 

In het rode avondlicht, wat een schitterend gezicht
Daar sta je dan als in een mooie droom
Je bent geel met bruine vlekken, hoeft je amper uit te rekken
Om te smullen van de allerhoogste boom

Al is het allang avond; daar hoog boven de grond
Eet jij je buik nog rond, hé lieve, hé lieve, hé lieve, hé lieve, lieve

Lieve giraf met je lange nek
Is het fris daarboven of zeg ik nou iets geks?
Ik vind het zo leuk; je knabbelt eerst wat aan een tak
En met je lange tong pluk je daarna op je gemak…
De hoogste blaadjes op 5, 6 meter
De olifant o ja, doet het ook een beetje na
Maar jij kan ’t echt veel beter!

Je lange poten kun je spreiden, want op gezette tijden
Wil jij een slokje nemen uit de plas
Dan buig je helemaal naar voren; nu heb je natte oren
Ja, je bent hier prima in je sas

Kijk, daar gaan ze op een drafje, een stuk of vijf sportieve
Daarbij een klein girafje, wat een lieve, een lieve, een lieve, een lieve, lieve

Lieve giraf met je lange nek
Is het fris daarboven of zeg ik nou iets geks?
Ik vind het zo leuk; je knabbelt eerst wat aan een tak
En met je lange tong pluk je dan op je gemak…
De hoogste blaadjes op 5, 6 meter
De olifant o ja, doet het ook een beetje na
Maar jij kan ’t echt veel beter!