© 1995 Tekst en muziek: Ad Grooten

Dit lied komt uit het theaterprogramma ‘Pater Moeskroen en de Kelten’. Het werd nog niet op de plaat gezet, maar is wel op de DVD ‘Pater Moeskroen en de Kelten” te zien. Overigens is dit de originele, humoristische versie.

 

Ik was blauw, haar haren rood, haar ogen waren groen
Het café was bruin, het bier was zwart
En ze gaf me een zachte zoen
En ik zei: Hee stuk, ik ben dronken van geluk
Als ik jou niet had, dan was ik alleen maar zat

Als ik jou zie, voel ik de Shannon door m’n ad’ren stromen
Als ik jou zie, is ‘t opeens Saint Patrick’s day
Als ik jou zie, dan steken er wel 1000 schapen over
En m’n hart dat is in Dublin aan de zee…

Ik zag haar, ze zat daar en ze lachte haar tanden bloot
En de Guinness vloeide rijkelijk, oh wat waren die glazen groot
En ik zei: Hoe vreemd, net was je nog alleen
Ik wist niet schat, dat je een tweelingzusje had

Als ik jullie zie, voel ik de Shannon door m’n ad’ren stromen
Als ik jullie zie, is ‘t opeens Saint Patrick’s day
Als ik jullie zie, dan steken er wel 1000 schapen over
En m’n hart dat is in Dublin aan de zee…

Opeens werd ze kwaad, ze zei dat ik meer naar die ander keek
Mijn protest kwam toen al te laat
Ik riep nog: Jeetje! Ik loens alleen een beetje…
Maar ze was gevlogen
En ik bleef achter, blauw, met twee blauwe ogen en ik zei:
Allemachtig, haar linkse die is krachtig
En Ierland dat is prachtig, maar niet besteed aan mij!

Als ik niks meer zie, voel ik de Shannon door m’n ad’ren stromen
Als ik niks meer zie, is ‘t opeens Saint Patrick’s day
Als ik niks meer zie, dan steken er wel 1000 schapen over
En m’n hart dat is in Dublin aan de zee…